Alcoholslot

Alcoholslot

Wat is een alcoholslot?

Het alcoholslot is een apparaat dat wordt geïnstalleerd in een voertuig met als doel het alcoholgebruik van bestuurders te beperken. Om een voertuig uitgerust met een alcoholslot te kunnen starten, is de bestuurder verplicht om op voorhand te blazen. Wanneer de bestuurder een alcoholgehalte van meer dan 0,09 mg/l lucht (± 0,2 promille) op heeft, dan verhindert het alcoholslot dat het voertuig wordt gestart (artikel 61quinquies, §2 Wegverkeerswet).

Wanneer de rechter het alcoholslot oplegt, dan betekent dit dat uw rijbewijs wordt beperkt tot voertuigen die zijn uitgerust met een alcoholslot.

Het alcoholslot wordt opgelegd voor een periode van minimaal 1 jaar tot maximaal 3 jaar of levenslang.

Wanneer wordt het alcoholslot opgelegd?

In volgende gevallen kan de rechter het alcoholslot opleggen:

  • De bestuurder reed onder invloed van een zware alcoholintoxicatie met een alcoholconcentratie tussen 0,8 en 1,8 promille in het bloed (tussen 0,35 en 0,78 mg/l lucht);
  • De bestuurder reed in staat van dronkenschap;
  • De bestuurder staat binnen 3 jaar na veroordeling wegens zware alcoholintoxicatie of dronkenschap achter het stuur nogmaals terecht voor rijden onder invloed van een zware alcoholintoxicatie of in staat van dronkenschap.

In geval de bestuurder zich in het verkeer begaf onder invloed van een zware alcoholintoxicatie met een minimum van 1,8 promille in het bloed (0,78 mg/l lucht), dan moet de rechter in principe een alcoholslot opleggen.

De rechter kan van deze verplichting afwijken mits motivering.

Wanneer er sprake is van bijzondere herhaling waarbij telkens een alcoholconcentratie van minstens 1,2 promille in het bloed (0,50 mg/l lucht) werd waargenomen, dan moet de rechter het alcoholslot opleggen. Van dit principe kan niet worden afgeweken.

Het alcoholslot in combinatie met andere straffen

De rechter kan het alcoholslot opleggen samen met een verval van het recht tot sturen (rijverbod). Daarnaast kan de rechter het alcoholslot ook combineren met de 4 examens en proeven (theorie, praktijk, geneeskundig onderzoek en psychologisch onderzoek).

Wanneer dit het geval is, dan treedt de periode waarin het alcoholslot wordt opgelegd pas in werking wanneer de periode van het verval van het recht tot sturen voorbij is en wanneer de veroordeelde zijn 4 examens en onderzoeken succesvol heeft afgerond.

Indien de rechter een definitief verval van het recht tot sturen oplegt, dan kan logischerwijs geen alcoholslot worden opgelegd.

Het verplichte omkaderingsprogramma bij het alcoholslot

Artikel 61quinquies Wegverkeerswet bepaalt dat de persoon die een alcoholslot laat installeren, ook moet voldoen aan de voorwaarden van het omkaderingsprogramma. Wanneer u een alcoholslot laat installeren, dan moet u dus verplicht een omkaderingsprogramma volgen. Dit omkaderingsprogramma bevat o.a. een inleidend gesprek, een opleiding van drie uur, minstens tweemaal per jaar een individueel begeleidingsgesprek en een afrondend gesprek.

Wanneer u weigert om dit omkaderingsprogramma te volgen, dan mag u geen enkel voertuig besturen, zelfs geen voertuig dat is uitgerust met een alcoholslot.

De kosten van het alcoholslot

De veroordeelde bestuurder moet zelf de kosten van het alcoholslot en het omkaderingsprogramma dragen (artikel 61quinquies, §4 Wegverkeerswet). Het is echter wel zo dat de rechter de opgelegde geldboete kan verminderen met de volledige of gedeeltelijke kosten van de installatie en het gebruik van het alcoholslot en het omkaderingsprogramma (artikel 37/1, §3 Wegverkeerswet). De geldboete moet evenwel steeds minstens 1 euro bedragen.

De installatie van het alcoholslot en het te volgen omkaderingsprogramma zijn niet goedkoop. De kosten lopen vaak op tot meer dan € 2.000,00 per jaar.

Opgelet! De bestuurder die wordt veroordeeld tot een alcoholslot, is niet verplicht om een alcoholslot daadwerkelijk in zijn voertuig te laten installeren. Het is namelijk zo dat de rechter louter het rijbewijs beperkt tot voertuigen die zijn uitgerust met een alcoholslot. De bestuurder heeft dus steeds het recht om het alcoholslot te weigeren. In dat geval kiest de bestuurder er gewoon voor om in de periode waarin het alcoholslot wordt opgelegd helemaal geen voertuigen te besturen. De bestuurder moet dan evenwel zijn rijbewijs afgeven ter griffie wanneer de periode van het alcoholslot ingaat.

Beperking van bepaalde voertuigcategorieën

De rechter kan het opleggen van het alcoholslot beperken tot bepaalde voertuigcategorieën (artikel 37/1, §2 Wegverkeerswet). Hierbij geldt wel dat het alcoholslot minstens moet worden opgelegd voor de voertuigcategorie waarmee de inbreuk werd begaan.

Wanneer u bijvoorbeeld houder bent van een rijbewijs B en C en u beging een inbreuk met uw personenwagen (rijbewijs B), dan kan de rechter beslissen om het alcoholslot alleen op te leggen voor de voertuigcategorie rijbewijs B. Wanneer u uw rijbewijs C dan nodig hebt voor professionele doeleinden, dan kan u zonder aanpassingen verder blijven werken.

Deze bepaling is bijzonder gunstig voor bus- en vrachtwagenchauffeurs die een inbreuk begingen met hun personenwagen. De toepassing van dit artikel moet evenwel uitdrukkelijk aan de rechter worden gevraagd.

Sanctie wanneer u na veroordeling een voertuig zonder alcoholslot bestuurt

Artikel 37/1, §4 Wegverkeerswet bepaalt:

“Met een gevangenisstraf van vijftien dagen tot twee jaar en met een geldboete van 500 euro tot 2000 euro of met een van die straffen alleen en met het verval van het recht tot het besturen van een motorvoertuig voor een periode die ten minste even lang is als de periode waarin de geldigheid van het rijbewijs werd beperkt, wordt gestraft hij die is veroordeeld wegens overtreding van dit artikel en een motorvoertuig bestuurt waarvoor een rijbewijs vereist is en dat niet uitgerust is met het opgelegde alcoholslot, of die als bestuurder niet voldoet aan de voorwaarden van het omkaderingsprogramma.”

De opgelegde geldboete wordt vermeerderd met opdeciemen.