Vluchtmisdrijf

Wat is vluchtmisdrijf? 
Er is sprake van vluchtmisdrijf wanneer een bestuurder van een voertuig of een dier, of iemand die persoonlijk betrokken is geweest bij een verkeersongeval op een openbare plaats, de vlucht neemt terwijl men weet dat hij of zijn voertuig/ dier de aanleiding of oorzaak was van dit ongeval met de bedoeling zich aan de dienstige vaststellingen te onttrekken.
Vluchtmisdrijf kan worden gepleegd door iedereen die zich in het verkeer begeeft. Dit zijn dus niet alleen bestuurders van voertuigen, maar ook voetgangers, fietsers, steppers, bestuurders van dieren (bv. paarden),…

Voor het plegen van vluchtmisdrijf is niet vereist dat het ongeval te wijten is aan diegene die het vluchtmisdrijf pleegt. Van zodra iemand weet dat hij betrokken is bij een ongeval, moet hij ter plaatse blijven zodat de politie de dienstige vaststellingen kan doen. Ook indien het ongeval niet zijn schuld is.

Een verkeersongeval is een niet-opzettelijke gebeurtenis dat zich voordoet naar aanleiding van het verkeer op een openbare plaats en die schade veroorzaakt aan derden.
De omvang en de aard van de schade zijn voor het plegen van vluchtmisdrijf niet van belang. Wanneer een bestuurder per ongeluk de brievenbus van zijn buur aanrijdt en nadien wegrijdt, is er sprake van vluchtmisdrijf, net zoals wanneer er zich een ongeval met gewonden zou hebben voorgedaan.
Voor het plegen van vluchtmisdrijf is zelfs niet vereist dat er een aanrijding is geweest.

Ingeval de bestuurder enkel eigen schade lijdt na een ongeval, en er dus geen sprake is van schade aan derden, dan pleegt de bestuurder bij het wegrijden geen vluchtmisdrijf.
Openbare plaatsen zijn de openbare wegen, de terreinen toegankelijk voor het publiek en de niet-openbare terreinen die voor een zeker aantal personen toegankelijk zijn. Dit betekent dat ook na een aanrijding op de parking van een warenhuis, vluchtmisdrijf kan worden gepleegd.

De vlucht nemen 
De vlucht nemen wordt zeer ruim geïnterpreteerd. Het betekent dat u uzelf verwijdert van een plaats zodat de politie de dienstige vaststellingen niet meer kan doen.
Iemand kan de vlucht nemen door gewoon weg te rijden van het ongeval, maar diezelfde persoon kan ook de vlucht nemen door zich in het aanwezige publiek te begeven na het ongeval en zijn betrokkenheid te verzwijgen. Zelfs het achteraf weglopen van het politiecommissariaat of het ziekenhuis, zodat geen alcohol- of drugstest kan worden afgenomen, wordt gezien als het plegen van vluchtmisdrijf.

Kennis van de betrokkenheid bij het verkeersongeval 
Om vluchtmisdrijf te plegen, moet iemand weten dat er een ongeval is gebeurd en dat hij zelf daarbij betrokken is, of dat zijn voertuig/ dier de oorzaak of aanleiding van dit ongeval is geweest.
De pleger van het vluchtmisdrijf moet enkel kennis hebben van het plaatsvinden van het ongeval en zijn betrokkenheid daarbij. De wet vereist dus niet dat de pleger van het vluchtmisdrijf weet wat de aard en de omvang van de schade is. De bestuurder van een voertuig dat zonet betrokken was bij een ongeval, hoeft niet op voorhand uit te stappen om de schade te bekijken alvorens weg te rijden en vluchtmisdrijf te plegen.

Zich aan de dienstige vaststellingen onttrekken 
De wet vereist dat de betrokkene de vlucht heeft genomen om zich aan de dienstige vaststellingen te onttrekken.
Dienstige vaststellingen zijn o.m. de positionering van voertuigen, het vaststellen van de schade, alcohol- en drugscontroles, de toestand van het voertuig (bv. bevuilde ramen of luide radio),…
Wanneer één van de betrokken partijen bij het ongeval dus gewoon een briefje achterlaat met zijn gegevens daarop, pleegt deze persoon alsnog vluchtmisdrijf. De politie kon namelijk niet de dienstige vaststellingen doen.

Wat zegt de wet over vluchtmisdrijf? 
Vluchtmisdrijf wordt geregeld door art. 33 van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer (oftewel: de Wegverkeerswet):
§ 1. Met gevangenisstraf van vijftien dagen tot zes maanden en met geldboete van 200 euro tot 2.000 euro of met een van die straffen alleen wordt gestraft: 
1° elke bestuurder van een voertuig of van een dier die, wetend dat dit voertuig of dit dier oorzaak van, dan wel aanleiding tot een verkeersongeval op een openbare plaats is geweest, 
2° hij die wetend dat hij zelf oorzaak van, dan wel aanleiding tot een verkeersongeval op een openbare plaats is geweest, 
de vlucht neemt om zich aan de dienstige vaststellingen te onttrekken, zelfs wanneer het ongeval niet aan zijn schuld te wijten is. 
§ 2. Heeft het ongeval voor een ander slagen of verwondingen tot gevolg gehad, dan wordt de schuldige gestraft met gevangenisstraf van vijftien dagen tot drie jaar en met een geldboete van 400 euro tot 5.000 euro of met een van die straffen alleen en met het verval van het recht tot het besturen van een motorvoertuig voor een duur van ten minste drie maanden en ten hoogste vijf jaar of levenslang. 
Heeft het ongeval voor een ander de dood tot gevolg gehad, dan wordt de schuldige gestraft met gevangenisstraf van vijftien dagen tot vier jaar en met een geldboete van 400 euro tot 5000 euro of met een van die straffen alleen en met het verval van het recht tot het besturen van een motorvoertuig voor een duur van ten minste drie maanden en ten hoogste vijf jaar of levenslang. 
Het herstel van het recht tot sturen is afhankelijk van het slagen voor het theoretisch examen, het praktisch examen en het psychologisch onderzoek bedoeld in artikel 38, § 3, eerste lid. 
§ 3. 1° Met een gevangenisstraf van een maand tot vier jaar en met een geldboete van 400 euro tot 5 000 euro of met een van deze straffen alleen, wordt hij gestraft die, na een veroordeling met toepassing van artikel 33, § 1 of 33, § 2 binnen drie jaar te rekenen van de dag van de uitspraak van een vorig veroordelend vonnis dat in kracht van gewijsde is gegaan een van de bepalingen van artikel 33, § 1 overtreedt. 
2° Hij die, na een veroordeling met toepassing van artikel 33, § 1, of 33, § 2, binnen de drie jaar te rekenen van de dag van de uitspraak van een vorig veroordelend vonnis dat in kracht van gewijsde is gegaan artikel 33, § 2, overtreedt wordt gestraft met een gevangenisstraf van een maand tot acht jaar en met een geldboete van 800 tot 10 000 euro, of met een van deze straffen alleen.

Het plegen van vluchtmisdrijf bij een ongeval wordt dus bestraft met een gevangenisstraf van 15 dagen tot 6 maanden en/of een geldboete van 200 tot 2.000 euro. De geldboete wordt vermeerderd met de opdeciemen.
De rechter kan tevens ook een verval van het recht tot sturen van minstens 8 dagen tot 5 jaar bevelen (art. 38, §1, 5° Wegverkeerswet).
Bovenstaande strafmaat geldt enkel ingeval er sprake is van een ongeval met louter blikschade of uitsluitend lichamelijke schade in hoofde van de dader van het vluchtmisdrijf.

In bepaalde omstandigheden heeft de wetgever echter een strafverzwaring voorzien (art. 33,§2 Wegverkeerswet):
Bij een ongeval met gewonden wordt een gevangenisstraf van 15 dagen tot 3 jaar opgelegd en/of een geldboete van 400 tot 5.000 euro én een verplicht verval van het recht tot sturen van minstens 3 maanden tot hoogstens 5 jaar of levenslang.
Bij een ongeval met doden wordt een gevangenisstraf van 15 dagen tot 4 jaar voorzien en/of een geldboete van 400 tot 5.000 euro én een verplicht verval van het recht tot sturen van minstens 3 maanden tot hoogstens 5 jaar of levenslang.
In beide gevallen wordt het herstel van het verval van het recht tot sturen bovendien afhankelijk gemaakt van het slagen voor de 4 examens en onderzoeken.
Ook hier worden de geldboetes vermeerderd met de opdeciemen.

Vluchtmisdrijf versus het “niet ter plaatste blijven” 
Art. 52 van de Wegcode bepaalt het gedrag van personen die betrokken zijn bij een ongeval.
Volgens art. 52.2, 2° Wegcode moet elke persoon die betrokken is in een ongeval met uitsluitend stoffelijke schade ter plaatse blijven teneinde gezamenlijk de nodige vaststellingen te doen, of, zo er tussen de partijen geen akkoord is, een bevoegd persoon toe te laten die vaststellingen te doen. Indien geen bevoegd persoon binnen een redelijke tijd kan bereikt worden mogen de betrokken personen zodra mogelijk aangifte doen van het ongeval, hetzij op het dichtste politiebureau, hetzij op dat van hun woon- of verblijfplaats.

Ingeval er sprake is van een ongeval dat lichamelijk letsel heeft veroorzaakt, moeten de betrokken personen overeenkomstig art. 52.3, 3° Wegcode ter plaatse blijven teneinde een bevoegd persoon toe te laten de nodige vaststellingen te doen. Onttrekt zich niet aan de verplichtingen ter plaatse te blijven, de persoon die zich tijdelijk van de plaats van het ongeval verwijdert om hulp te verlenen aan de gekwetsten of om beroep te doen op een bevoegd persoon, na zijn naam en adres aan één van de eventueel aanwezige personen te hebben opgegeven. Indien evenwel geen bevoegd persoon binnen een redelijke tijd kan bereikt worden, moeten de betrokken personen aangifte doen van het ongeval uiterlijk binnen vierentwintig uren, hetzij op het dichtsbijgelegen politiebureau, hetzij op dat van hun woon- of verblijfplaats.

Bij een schending van art. 52 Wegcode wordt geen bijzonder opzet van zich willen onttrekken aan de dienstige vaststellingen vereist. Het verschil tussen vluchtmisdrijf en art. 52 Wegcode is dus de intentie van de persoon die de vlucht heeft genomen.

Wanneer iemand niet wordt veroordeeld wegens vluchtmisdrijf, is het dus wel mogelijk dat diezelfde persoon wordt veroordeeld wegens een schending van artikel 52 Wegcode (het “niet ter plaatste blijven”).
Art. 52 Wegcode is een overtreding van de eerste graad. Deze overtreding wordt dus slechts bestraft met een geldboete van 10 tot 250 euro. Deze geldboete wordt vermeerderd met de opdeciemen.

Een vluchtende bestuurder heeft dus altijd belang bij een herkwalificatie van het vluchtmisdrijf naar een schending van art. 52 Wegcode.

Wat kan Yprius advocaten voor u doen? 
Wanneer u wordt gedagvaard wegens vluchtmisdrijf en u kiest voor Yprius advocaten, dan gaan wij na of alle constitutieve bestanddelen van vluchtmisdrijf vervuld zijn.

Is een veroordeling voor de tenlastelegging vluchtmisdrijf wel onvermijdelijk? Veel hangt af van de inhoud van het strafdossier.

Soms wordt iemand onterecht beschuldigd van het nemen van de vlucht terwijl er eigenlijk geen sprake is van vluchtmisdrijf, maar enkelvan een schending van art. 52 Wegcode. In dat geval moet er een herkwalificatie worden gevraagd aan de rechter.
Wij zullen in dat geval steun zoeken in het strafdossier en uw standpunt verdedigen als u voor de politierechtbank moet verschijnen.