Verplichte informatie bij verkoop (onroerend goed)
Welke informatie en documenten moet de verkoper van een onroerend goed geven aan de koper?
De verkoper van een onroerend goed is verplicht om aan de koper alle informatie te geven die zijn beslissing om het goed wel of niet te kopen kan beïnvloeden.
Naast deze algemene informatieplicht is er specifieke wetgeving die bijzondere informatieplichten oplegt.
Er kan heel wat nuttige informatie worden gevonden in de eigendomstitel (meestal de notariële aankoopakte). Dit document bevestigt de eigendom van het onroerend goed en bevat informatie over de eigenaar, de ligging van het pand en de grootte van het perceel.
- Bodemattest: Een bodemattest is verplicht en moet aangevraagd worden bij OVAM. Het bodemattest vermeldt alle relevante gegevens die de OVAM over de grond kent. Lees hier meer over het bodemattest.
- Energieprestatiecertificaat. Het energieprestatiecertificaat (= EPC) informeert de koper over de energiezuinigheid van de woning en is verplicht vanaf het moment dat een woning te koop staat, zo niet riskeert de verkoper een boete. Het EPC wordt opgemaakt door een erkende energiedeskundige type A.
- Stedenbouwkundige informatie. De kandidaat-koper moet zich vooraf een duidelijk beeld kunnen schetsen van de stedenbouwkundige situatie van het desbetreffende onroerend goed. Daarom moet er in de publiciteit stedenbouwkundige informatie worden meegedeeld en zijn er verplichte vermeldingen die moeten worden opgenomen in de onderhandse verkoopovereenkomst en de notariële akte.
- Asbestattest. Het asbestattest is een verkorte neerslag van een asbestinventaris, die wordt opgemaakt door een gecertificeerde asbestdeskundige. De verplichting voor een asbestattest geldt voor gebouw dat is gebouwd vóór 2001 (risicobouwjaar) en waarvan de oppervlakte van het gebouw(deel) 20 m² of meer is.
- Postinterventiedossier:. Het postinterventiedossier is vereist bij werken waarvoor een bouwvergunning werd afgeleverd vanaf 1 mei 2001. Dit dossier bevat informatie over de uitgevoerde werken en moet aan de nieuwe eigenaar overhandigd worden. Het postinterventiedossier (PID) wordt opgemaakt door de veiligheidscoördinator of aannemer
- Onroerend erfgoed. Als het onroerend goed is opgenomen in een vastgestelde inventaris, moet dit worden vermeld in de onderhandse en authentieke akte en moet verwezen worden naar de rechtsgevolgen hiervan.
- Overstromingsgevaar. Bij de verkoop van onroerend goed gelden er in Vlaanderen zowel op gewestelijk als op federaal vlak informatieplichten m.b.t. het overstromingsgevaar. De verkopers, notaris en vastgoedmakelaar moeten de kandidaat- kopers duidelijk informeren of het bewuste onroerend goed al dan niet in overstromingsgevoelig gebied ligt.
- Informatie van de syndicus: als een appartement wordt verkocht, moet de eigenaar de contactgegevens van de syndicus vermelden in de verkoopovereenkomst. Ook informatie over de financiële toestand van de mede-eigendom en lopende procedures of geschillen zijn belangrijk. De precontractuele informatieverplichting is ruim opgevat in die zin dat er niet enkel aan moet worden voldaan in de fase voorafgaand aan het afsluiten van bijvoorbeeld de compromis, maar ook al in de fase voorafgaand aan de ondertekening van een bod of aankoopbelofte door een potentiële koper.